In nagedachtenis van Connie de Cock
Connie heeft haar hele leven geofferd om de mensen van Jezus te vertellen. Vanaf de dag dat ik haar ontmoette op de taalschool in Belo Horizonte (februari 1963), werd ik me bewust van haar 100% toewijding aan Jezus en aan haar taken in de gemeente. Connie citeerde doorlopend haar lievelingstekst: “Maar ik tel mijn leven niet en acht het niet kostbaar voor mijzelf, als ik slechts mijn loopbaan mag ten einde brengen en de bediening, die ik van de Here Jezus ontvangen heb om het evangelie der genade Gods te betuigen” (Hand. 20:24).
Wat me moed geeft om het verdriet van haar heengaan te verwerken, is dat de offers die zij heeft gebracht niet te vergeefs zijn geweest. Haar leven was als de bloem in het gras, die tot aan het einde van haar bestaan overal haar zaadjes heeft laten vallen. Nu zij er niet meer is, zullen de onvergankelijke en levende zaadjes van het evangelie, die ze overal heeft rondgestrooid, toch nog in vele harten tot ontplooiing komen. Getuigende christenen zijn onsterfelijk! Niet alleen vanwege de opstanding der doden, maar ook omdat zij als het zaadgevend gewas, naar hun aard vruchten dragen (Gen. 1:11).
Connie is 77 jaar oud geworden en we zijn 51 jaar getrouwd geweest. Al deze jaren hebben we samen het Woord verkondigd, op de plaatsen waar de Heer ons riep. Van deur tot deur, met z’n tweeën op straat, tijdens huissamenkomsten: in zitkamers, onder een afdak of in een garage. En vooral in het werk van de gemeenten die zijn ontstaan op de plaatsen waar we gewerkt hebben.
Connie heeft tot op 77-jarige leeftijd les gegeven op de Bijbelschool. Bij de vakken die zij gaf, heeft zij altijd de nadruk gelegd op de praktische dingen van het leven van Gods kinderen. Dat blijkt uit twee van haar uitspraken, die ze altijd naar voren bracht in haar gesprekken met de leerlingen: “Als je iets meent te weten, maar je weet niet hoe je dat in je leven moet toepassen, dan weet je in werkelijkheid niets.” En: “God zegent niet onze plannen, maar het werk van onze handen”.
Connie en ik hadden vanaf het begin van onze verkering het besluit genomen om ons trouw vast te houden aan de Bijbel. Want er bestaat geen boodschap die, met zoveel bruisende energie, ons geloof tot leven brengt, zodat de dingen die we geloven overeenkomen met onze handelswijze. En als de bloem afvalt, blijft ze toch nog vrucht voortbrengen, door middel van de rondgestrooide zaadjes.
Gods stem is de enige krachtbron die ooit dingen uit het niets tevoorschijn kan brengen (Rom. 4:17); de enige bron van leven en heil. Geen enkele krachtbediening, buiten de verkondiging van het Woord, verlost mensen en brengt ze tot leven. Connie heeft altijd naar de stem van Jezus geluisterd, en ze hoeft alleen maar de stem van haar Geliefde te horen om uit het graf te verrijzen en om met onsterfelijkheid bekleed te worden: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, de ure komt en is nu, dat de doden naar de stem van de Zoon van God zullen horen, en die haar horen, zullen leven”(Johan. 5:25).
Voor de begrafenisdienst heb ik een oud Engels lied in het Portugees vertaald en voor de mensen gezongen. Juist omdat ieder woord weergeeft waar we samen, 51 jaar lang, voor hebben geleefd:
Sacrifice
O Thou Who camest from above,
The pure celestial fire to impart,
Kindle a flame of sacred love
Upon the mean altar of my heart.
There let it for Thy glory burn
With inextinguishable blaze,
And trembling to its source return
In humble prayer and fervent praise.
Jesus, confirm my heart’s desire
To work and think and speak for Thee;
Still let me guard the holy fire,
And still stir up Thy gift in me.
Ready for all Thy perfect will,
My acts of faith and love repeat.
Until death Thy endless mercies seal,
And make my sacrifice complete.
Henk